De exacte naam van vitamine C is ascorbaatzuur, ofwel anti-scorbuut-zuur, ofwel het zuur dat scheurbuik tegengaat (‘scorbuut’ is een andere naam voor scheurbuik). Vitamine C is een in water oplosbare vitamine die bijdraagt aan de bescherming tegen oxidatieve stress en derhalve ook een antioxidant is. Vitamine C is ook een zogenaamde cofactor bij verschillende enzymatische processen. De stof verdeelt zich in de waterfase van het lichaam, die alles omvat wat geen vet of botweefsel is.
De concentratie aan vitamine C in de hersenen is tien keer zo hoog als in het bloed. De hoogste concentratie is te vinden in de witte bloedcellen en bloedplaatjes. De bijnieren, hypofyse, testikels en eileiders bevatten alle bijzonder hoge concentraties vitamine C.
Zoogdieren produceren hun eigen vitamine C
Vrijwel alle zoogdieren zijn in staat vitamine C in de bijnieren aan te maken door een enzymatische omzetting van glucose. Bij deze dieren werkt vitamine C als een hormoon. Bij mensen is het gen van het vitamine C producerende enzym echter zodanig gemuteerd dat het geen vitamine meer kan produceren, zodat wij afhankelijk zijn van wat we via de voeding binnenkrijgen
Eigenschappen van vitamine C:
- Antioxidant die bijdraagt aan de bescherming van de lichaamscellen tegen oxidatieve stress
- Draagt bij aan de regeneratie van de gereduceerde vorm van vitamine E
- Draagt bij aan het normaal functioneren van collageen, wat van belang is voor het functioneren van botten, tanden, kraakbeen, tandvlees, de huid en het vaatstelsel
- Draagt bij aan een normale energieproductie en ondersteunt het immuunsysteem, zenuwstelsel en psychisch functioneren
- Bevordert de opname van ijzer en speelt een rol bij het verminderen van vermoeidheid

Goede bronnen van vitamine C
Goede bronnen van vitamine C zijn onder meer de volgende voedingsmiddelen:
- Rozenbottels
- Paprika
- Kool
- Acerola kers
- Groenten
- Citrusvruchten