Magnesium is een essentieel mineraal en een belangrijk alkalinevormend element. Het is bovendien het vierde meest voorkomende mineraal in het menselijk lichaam, wat iets over het belang ervan zegt. De stof is in alle lichaamsweefsels aanwezig, en 98% van het mineraal bevindt zich daadwerkelijk in de cellen. Een volwassene bevat zo’n 24 g magnesium, waarvan zich ongeveer 25% in het spierweefsel bevindt en ongeveer 60% in onze botten, samen met andere mineralen zoals calcium en fosfor.
Magnesium speelt een belangrijke rol in het lichaam. Het ondersteunt meer dan 300 verschillende enzymatische processen. De volgende opsomming geeft een indruk van het belang van het mineraal. Magnesium draagt bij aan:
-
Goed voor de werking van de zenuwen en geestelijke veerkracht
-
Een normaal psychisch functioneren en een goede geestelijke balans
-
Goed voor concentratievermogen, geheugen, leervermogen en -prestaties
-
Een normale spierfunctie
-
Een normale energiestofwisseling
-
Het behoud van sterke botten en tanden
-
Een normale elektrolytisch evenwicht
-
Vermindering van vermoeidheid
-
Een normale eiwitsynthese
-
Het proces van celdeling
Toegenomen aandacht voor magnesium
De wetenschap heeft steeds meer interesse gekregen voor magnesium vanwege de invloed van het mineraal op zoveel verschillende lichaamsfuncties. Een gevolg van deze extra aandacht is onder meer de constatering dat vooral koffiedrinkers en topsporters behoefte hebben aan extra magnesium, omdat een hoge koffieconsumptie en hevige transpiratie de magnesiumvoorraad van het lichaam uitputten.
Magnesium is een zeer populair mineraal vanwege de werking op zowel lichaam als geest.
Goede bronnen van magnesium
Magnesium komt in verschillende voedingsmiddelen voor. Een paar goede bronnen zijn:
-
Bladgroenten
-
Amandelen
-
Noten
-
Zaden
-
Fruit
-
Kool
Magnesiumgebrek
Als het voedsel heel weinig eiwit bevat (minder dan 30 g per dag), vermindert de opname van magnesium in het lichaam. Wanneer het lichaam te weinig magnesium bevat, zal het proberen een normale magnesiumconcentratie in het bloed te realiseren door deze stof vrij te maken uit het botweefsel (zoals dat ook gebeurt met calcium, in het geval van calciumgebrek). Vanwege dit ingewikkelde mechanisme is het meten van magnesiumconcentraties in het bloed geen afdoende methode om te bepalen of iemand meer magnesium zou moeten binnenkrijgen.
Overdosering
De nieren scheiden magnesium via de urine uit als het lichaam er meer van bevat dan het nodig heeft. Daardoor wordt het risico van overdosering beperkt. Als het lichaam voldoende magnesium bevat, zal verdere inname van het mineraal leiden tot uitscheiding via de ontlasting, hetgeen eveneens tegen overdosering beschermt. De inname van extreem hoge doseringen (10 maal de normale dosering of meer) kan diarree, misselijkheid en andere ongemakken veroorzaken.
Mensen met een verminderde nierfunctie mogen uitsluitend in overleg met een arts magnesiumsupplementen gebruiken.