4 tabletten bevatten: | |||
---|---|---|---|
Oplosbare en onoplosbare vezels | 1840 mg |
Productinfo
Gebruiksaanwijzing:
4 tot 12 tabletten per dag, afhankelijk van de vezelaanbreng in de voeding. Drink voldoende. Bij voorkeur in te nemen tijdens of na een maaltijd.
De aanbevolen dagdosis niet overschrijden.
Vervangt noch een gevarieerde en evenwichtige voeding, noch een gezonde levensstijl.
De producten van de Bio-Serie bevatten met grote zorg geselecteerde grondstoffen. Dit product bevat geen ingrediënten afkomstig van de ecologische landbouw.
Beschikbare doosjes:
120 tabl
CNK : 1333-020
Ingrediënten:
Plantaardige voedingsvezels uit bieten (Beta vulgaris L.) en citrusschil (Citrus medica); antiklontermiddel: polyvinylpyrrolidone; vulstof: microkristallijne cellulose; antiklontermiddel: magnesiumzouten van vetzuren; verstevigingsmiddel: siliciumdioxide; glansmiddel: hydroxypropylmethylcellulose.
Bewaarvoorschrift:
Buiten het bereik van kinderen, op kamertemperatuur (15°C-25°C), droog en niet in direct zonlicht bewaren.
Bio-Fiber
Bio-Fiber is een voedingssupplement met toegevoegde voedingsstoffen. Elke tablet van 460 mg bevat een uitgebalanceerde mengeling van natuurlijke, oplosbare en niet oplosbare plantaardige vezels uit suikerbiet, die de darmfunctie ondersteunt. Bio-Fiber wordt gebruikt om een tekort aan voedingsvezel in het moderne dieet te compenseren. Bio-Fiber is actief in het darmkanaal waar het bijdraagt aan een normale spijsvertering en de voorkoming van constipatie.
Wat zijn voedingsvezels?
Voedingsvezels komen van nature voor in veel onbewerkt voedsel. Ze behoren tot de groep koolhydraten die we niet of slechts in geringe mate kunnen verteren, dat wil zeggen afbreken tot suikers en zetmeel met onze spijsverteringsenzymen.
Oplosbare vezels
Er zijn twee hoofdgroepen voedingsvezels: de oplosbare en niet oplosbare. Oplosbare vezels vormen een soort geleiachtige massa wanneer ze met vocht in aanraking komen. Ze kunnen tot wel 15 keer hun eigen gewicht aan vocht opnemen. Een dieet met dit soort vezel voegt volume toe aan de darminhoud en vertraagt de passage van voedsel door de dunne darm.
Niet oplosbare vezels
Niet oplosbare vezels kunnen ook vocht opnemen, maar lang niet zo veel. Dit type vezel reduceert de tijd die het voedsel in het darmkanaal verblijft en voegt net als de oplosbare vezels volume toe aan de darminhoud. Een deel van de vezels zal tot op zekere hoogte vergisten en dienen als voedingsstof voor de natuurlijke microflora in de darmen.
Vezels en de darmflora
Een gemiddeld darmkanaal bevat ongeveer 1 kg en bij sommigen tot wel 2 kg darmbacteriën, verdeeld over 160 verschillende bacteriesoorten. Deze bacteriën breken moeilijk te verteren eiwitten en koolhydraten uit ons voedsel af en zijn daarom afhankelijk van een zekere hoeveelheid vezelmateriaal in het eten. Het voedsel dat we nuttigen is van belang voor het aantal en de verdeling van de verschillende bacteriesoorten.
Behalve dat ze vezelmateriaal uit ons voedsel verwerken, scheiden deze darmbacteriën verschillende neurotransmitters af die invloed hebben op de stofwisseling, eetlustregulering en de afweer door lymfocytische cellen in het darmslijmvlies.
Europese voedingsgewoonten
De Europese eetgewoonten zijn aanzienlijk veranderd ten opzichte van een eeuw geleden. Ongeveer 100 jaar geleden bestond het voedselpakket uit granen met een hoog vezelgehalte, en ook fruit en groenten vormden een aanzienlijk deel van de dagelijkse kost. Het vezelgehalte is gaan dalen toen de voedingsmiddelen steeds meer industriële bewerkingen ondergingen, waardoor een tekort aan vezelstof in het eetpatroon is ontstaan.
Welke vezelsoorten zijn er?
Cellulose is een type koolhydraat dat mensen niet kunnen verteren, omdat we geen enzymen produceren die de vezels kunnen afbreken. Cellulose komt voor in de celwanden van planten. Goede bronnen van cellulose zijn fruit en groenten. Deze vezelstof neemt slechts weinig vloeistof op.
Hemicellulose is net als cellulose een onverteerbare koolhydraat. Samen met pectine vormt hemicellulose een matrix die de cellulosevezels in de celwanden van planten omhult.
Pectine is een onverteerbare vezel die in de meeste celwanden voorkomt, alleen niet bij houtachtige planten. Het pectinegehalte in onrijp fruit is voor het grootste gedeelte onoplosbaar, terwijl het in rijp fruit, onder invloed van enzymen, steeds meer in water oplosbaar wordt. Pectine wordt onder andere gebruikt om jam te produceren.
Lignine wordt niet beschouwd als een koolhydraat maar behoort tot een aparte groep stoffen. Het ligninegehalte in de celwanden van planten varieert. Lignine is de stof die hout sterk maakt. Het is letterlijk onverteerbaar.
Fytaat is een stof die vooral voorkomt in tarwevezels zoals tarwezemelen. Het remt de opname van mineralen als calcium en zink. Bij het aanvullen van het dieet met voedingsvezel heeft het de voorkeur om fytaat-vrije bronnen zoals biet- en appelvezel te gebruiken.
Officiële gezondheidsbeweringen
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft het bewijs voor het gehalte aan suikerbietenvezels van het product beoordeeld en heeft de volgende bewering erkend:
- Verhoogt fecale bulk