Bèta-carotene is een carotenoïde. Deze stoffen worden verdeeld in twee hoofdgroepen: carotenen en xantofylen. Carotenen bestaan uit waterstof en koolstof, terwijl xantofylen daarnaast ook zuurstofatomen bevatten. Bèta-carotene behoort tot een groep gele en rode plantaardige kleurstoffen. Het is deze stof die wortels hun oranje kleur geeft. Omdat bèta-carotene in vet oplosbaar is, wordt de stof ook het best samen met vet opgenomen. Dat proces vindt plaats in het bovenste deel van de dunne darm. Bèta-carotene is ook een provitamine en kan omgezet worden in vitamine A, als het lichaam daar behoefte aan heeft. De stof wordt ook synthetisch geproduceerd en gebruikt als kleurstof in voeding.
Bèta-carotene en vitamine A
Bèta-carotene is een goede bron voor plantaardige vitamine A. In sommige delen van de wereld is het zelfs de enige bron voor deze vitamine. Omgezet in vitamine A draagt bèta-carotene bij aan het behoud van een normale huid en correct functionerende slijmvliezen. Ook speelt de stof een rol bij het behoud van een normaal gezichtsvermogen. Ten slotte is vitamine A betrokken bij het proces van celspecialisatie in het lichaam en ondersteunt het een goed functionerend afweersysteem.
Bij een hoge inname van bèta-carotene (30 mg of meer) uit voedsel of voedingssupplementen, kan de huid een onschuldige, lichtbruine verkleuring vertonen die sommige mensen aantrekkelijk vinden. De verkleuring is het resultaat van opeenhoping van bèta-carotene in het subcutane huidweefsel (hypodermis). De verkleuring verdwijnt zodra de hoeveelheid bèta-carotene vermindert.
Bèta-carotene en rokers
Hoge doseringen bèta-carotene hebben bij zware rokers bij langdurig gebruik een verhoogde kans op negatieve gezondheidseffecten en worden dan ook afgeraden.
Goede bronnen van bèta-carotene
Bèta-carotene komt van nature voor in verschillende voedingsmiddelen. Een paar van de rijkste bronnen zijn:
- Groene groenten
- Broccoli
- Wortels
- Paprika’s
- Pompoenen
- Abrikozen
Het bèta-carotene gehalte in groenten kan sterk variëren, afhankelijk van factoren als de grond waarop ze verbouwd werden, het gebruik van kunstmest, wind- en weercondities en de nabehandeling van de geoogste groenten.